![]() |
Carnaval inGebruikersProvincie
InformatieCarnavalsdatumVoor de kinderenDe geschiedenis van CarnavalWanneer is carnaval ontstaan? Een grote groep van historici en volkskundigen houdt het erop dat het feest niet voor het jaar 1000 ontstaan is en duidelijk wortelt in het christendom. De opkomst van de termen carnaval en vastenavond is daarvoor het voornaamste argument. Daarnaast vindt deze groep dat er onvoldoende bewijs is voor een continue overdracht van tradities uit vroegere tijden. Toch waren er ook ruim voor deze periode feesten, die overeenkomsten hebben met het hedendaagse carnaval. Welke feesten daartoe gerekend kunnen worden, hangt af van wat nu de kernonderdelen zijn van het hedendaagse carnaval. Het tijdstip van de viering, de verkleding en maskerade, het elkaar de waarheid zeggen of de opkomst van enkele tijdelijke heersers? OorsprongIn de zeventiende eeuw krijgt de term 'carnaval' in Europa de overhand voor feesten die zich kenmerken door vermommingen, ommegangen, de instelling van een spotheerschappij met een eigen hiërarchie en uitbundig eten en drinken. In de middeleeuwen sprak men van de vastenavondviering, waarin men nog één keer luidruchtig kon feestvieren met veel spijs en drank om vervolgens vanaf aswoensdag de rooms-katholieke vastentijd in te gaan als voorbereiding op Pasen. In één van de verklaringen voor het woord 'carnaval' wordt de relatie tussen dit uitbundige feest en de daarop volgende vasten gelegd: carne vale betekent vlees vaarwel. Een andere verklaring voor het woord bestaat uit de veronderstelde afleiding van carrus navalis, een scheepswagen die in de vastenavondtijd door de straten werd getrokken met aan boord vermomde vierders. Zoals bij zoveel gebruiken wordt bij het carnaval een relatie gelegd tussen het moderne naoorlogse feest en vergelijkbare verschijningsvormen van feesten in een liefst ver verleden. De meeste populaire studies over het carnaval beginnen met een historisch overzicht dat tot ver vóór Christus teruggaat. Maskerades, de tijdelijke opheffing van de sociale ongelijkheid, het instellen van een korte periode van chaos en uit het volk aangestelde schertskoningen die enkele dagen heersen; dit soort feestrituelen kwam in het oude Babylon, in Mesopotomië en Egypte, bij de Grieken, de Romeinen en de Germanen al voor. CarnavalsstromingenIn de historische verankering van het carnavalsfeest zijn grofweg twee stromingen te onderscheiden. Op de eerste plaats is er de visie op het feest als een van oorsprong heidens lentefeest met vruchtbaarheidsrituelen. Koning Winter moest verdreven worden zodat de vruchtbaarheid na de winter terug kon keren. In de middeleeuwen zou de katholieke kerk dit heidense feest gekerstend hebben en opgenomen in de liturgische jaarkalender. Een tweede ‘oorsprongs’-verhaal gaat uit van de katholieke kerk als initiatiefnemer. Zij zou het feest in de middeleeuwen hebben ingesteld als overgangsritueel om de drempel naar de veertigdaagse vasten vóór Pasen te verlagen. De vastentijd wordt voorafgegaan door een anti-schepping (carnaval) om zodoende de afkeuring van een leven met een puur aards karakter op te wekken. Door de gewone mensen enkele dagen heel concreet en aanschouwelijk te tonen én te laten ervaren wat het betekent als de duivel, heksen, narren, de anti-christ en het eigenzinnige in de mens regeren, had het feest een opvoedende functie voor de zogenoemde ‘gewone gelovigen’. Een belangrijke vertegenwoordiger van deze stroming is de Duitse volkskundige D.R. Moser. Zonder te ontkennen dat in het huidige carnaval een aantal uit het verleden herkenbare verschijningsvormen zit, is het feest zoals wij het nu kennen betrekkelijk jong. In de zestiende eeuw kwam aan de openbare en massale carnavalsviering uit de middeleeuwen een eind. De scheuring binnen het christendom als gevolg van de Reformatie, leidde tot een religieuze tweedeling op het grondgebied van het huidige Nederland: boven de rivieren Maas en Rijn werd het protestantisme het dominante geloof, in de gebieden die tegenwoordig de provincies Limburg en Noord-Brabant beslaan, bleef het katholieke geloof dominant. In het na de Reformatie overwegend protestantse deel van het huidige Nederland verdween de openbare vastenavondviering uit het straatbeeld. De vastenavond werd geduid als een ‘Roomsche superstitie’ en met verboden de kop in gedrukt. Echter, ook in het katholieke zuiden nam de deelname aan het feest af. Met uitzondering van een aantal plaatsen in Limburg en Noord-Brabant waar in de negentiende eeuw de organisatie van carnavalsvieringen weer werd opgepakt, is de overgrote meerderheid van de carnavalsverenigingen opgericht na de Tweede Wereldoorlog. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw bleef de viering, op enkele uitzonderingen na, nog beperkt tot de zuidelijke provincies Limburg en Noord-Brabant, waar het merendeel van de bevolking katholiek was. In de loop van de jaren zestig kwam de relatief sterke afbakening tussen het katholieke zuiden aan de ene kant en het calvinistische westen en noorden van Nederland aan de andere kant op de helling te staan. Het carnaval overschreed vanaf deze jaren de grens van de ‘grote rivieren’, de Maas en de Rijn. Aan het einde van de twintigste eeuw komt men in alle provincies van Nederland carnavalsverenigingen tegen die zich actief inzetten voor de organisatie van het feest. http://www.meertens.nl/feesten/carnaval.html
|